Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wegenverkeerswet 1994

 

Artikel 75
1
Een keuringsbewijs wordt door degene die ingevolge artikel 78 met de afgifte van keuringsrapporten is belast, afgegeven op aanvraag en tegen betaling op de door deze vastgestelde wijze van het door deze vastgestelde tarief indien het motorrijtuig of de aanhangwagen heeft voldaan aan:
a
de eisen die ingevolge artikel 71 voor wat betreft bouw, inrichting en staat van onderhoud aan dat voertuig worden gesteld, voorzover bij deze eisen niet anders is bepaald, dan wel deze eisen niet ingevolge het tweede lid buiten toepassing blijven, en
b
indien het een voertuig betreft dat is bestemd om te worden gebruikt voor het vervoer van personen waarop de Wet personenvervoer 2000 betrekking heeft, de eisen die ingevolge artikel 104, aanhef en onderdeel a, van die wet voor wat betreft inrichting en uitrusting aan dat voertuig worden gesteld.
Het hiervoor bedoelde tarief omvat mede een door de Dienst Wegverkeer vastgesteld bedrag ter zake van het attenderen door deze dienst op de in artikel 72 opgenomen verplichting. Indien degene die met de afgifte van keuringsrapporten is belast een persoon is als bedoeld in artikel 78, eerste lid, onder b, draagt deze dit bedrag af aan de Dienst Wegverkeer op de door deze dienst vastgestelde wijze.
2
Bij algemene maatregel van bestuur kan onder daarbij te stellen voorwaarden worden bepaald dat voor nader aangewezen groepen van motorrijtuigen - zolang gerekend vanaf het tijdstip waarop deze voertuigen voor het eerst op de weg zijn toegelaten, nog geen bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen termijn die ten hoogste drie jaren bedraagt, is verstreken - ten behoeve van de afgifte van een keuringsbewijs slechts behoeft te worden voldaan aan de in het eerste lid, onderdeel a, bedoelde eisen die betrekking hebben op het bestrijden van luchtverontreiniging. Bij algemene maatregel van bestuur kan nader worden bepaald op welk tijdstip een voertuig geacht wordt voor het eerst op de weg te zijn toegelaten.
3
Bij ministeriƫle regeling kunnen nadere regels worden vastgesteld met betrekking tot de in het tweede lid bedoelde voorwaarden en groepen van motorrijtuigen.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •